Ju Jutsu

JUJUTSU

De geschiedenis van ju jutsu gaat terug tot in de voorgeschiedenis van Japan, eigenlijk tot in het ontstaan van de mensheid. De mens heeft van in den beginne zich moeten verdedigen. We kunnen teruggaan tot in 5000 v.Chr. Van deze periode heeft men graven van strijders teruggevonden. Hoewel de geschiedenis van de ju jutsu goed kan worden opgespoord, zou het in de eerste of tweede eeuw voor Chr. begonnen zijn. De renaissance of de Gouden Jaren waren tijdens de Tokugawa, (1603-1867) periode. Het was tijdens deze periode dat de belangrijke scholen van de kunst bloeiden met specifiek identificeerbare krijgswetenschappen.


Deze periode was de filtreer laag van de Martial Arts. Alles werd uitgeprobeerd en getest, ondoeltreffende of onrealistische technieken werden verworpen. Sommige stijlen werden geabsorbeerd in anderen, en nieuwe stijlen ontstonden door verbeteringen op de technieken van de originele scholen.


De term ju jutsu werd geformuleerd tijdens de zeventiende of achttiende eeuw. Ju jutsu had toen veel andere namen, zoals: Tai-Jutsu, Kumiuchi, Hakute, Torite, Kenpo en Yawara.


Ju jutsu wordt ook gespeld: jiu jiutsu, ju jitsu, of jiu jitsu.

De spelling, ju jutsu wordt traditioneel gebruikt.


Ju : verwijst naar het opbrengen, flexibiliteit en soepelheid.


Jutsu : verwijst naar een kunst, wetenschap of discipline.


Voorafgaand aan, en tijdens de stijging van Tokugawa Shogunate (Militaire Overheid), ontwikkelde vele scholen in de krijgskunsten immobilisatie-, greep methodes en methodes om te slaan, welke wij als ‘atemi’ kennen. Deze methodes gebruikten hoofdzakelijk de ellebogen, heupen, vuisten en knieën. Het vastgrijpen werd hoofdzakelijk gebruikt als reserve of activa aan de wapens opleiding van (militaire) bushi. Tijdens de twaalfde en dertiende eeuw gaven slechts enkele Bu-Jutsu Ryu (krijgskunstsystemen) grijp-, opleidingstechnieken en ontwapening technieken.